Gemeenten zijn flink bezig geweest na de invoering van de decentralisaties in het sociaal domein. Ze hebben de eerste periode gebruikt om de Jeugdzorg, WMO en Participatiewet stevig neer te zetten.
Ze hebben veel geïnvesteerd in de basis: de inkoop, de organisatie van de toegang, de administratieve processen, regionale en lokale samenwerking en nog veel meer. Vervolgens is men gaan kijken in hoeverre die zaken onderling steeds meer in verband met elkaar gebracht kunnen worden. Zo krijgen thema’s als zorg dichtbij, integraliteit, eigen kracht en bewonersinitiatieven langzamerhand handen en voeten.
Gewenste effect
De moeilijkheid is dat het door de gemeente gewenste effect ook goed moet landen in de samenleving. Maar er zijn vele schakels tussen de wens van college en raad en de dienstverlening aan de burger. Het gewenste effect is neergelegd in missie en visie en vertaald naar beleid. Vervolgens komen er verordeningen, beleidsregels, bestekken en contracten die door verschillende instanties uitgevoerd moeten worden. Die hebben ieder hun eigen werkwijze en manier van dienstverlening aan de burger.
Telefoonspel
Dit doet mij denken aan het spelletje dat we vroeger op school speelden: het telefoonspel. De klas zat in een kring. Nummer één fluisterde iets in het oor van nummer twee. Nummer twee fluisterde dat zinnetje of woord weer door naar nummer drie, en zo verder. De laatste in de rij moest hardop zeggen wat hij had gehoord. Het lukte nooit om de boodschap tot het eind door te geven. Er was teveel afleiding, iedereen had een eigen interpretatie, de één nam het serieuzer dan de ander. De verbazing bij de laatste was groot als hij hoorde wat de eerste had doorgegeven.
Iets vergelijkbaars heb ik de laatste tijd regelmatig bij gemeenten aangetroffen. We vragen bij de trainingen omgekeerde toets aan uitvoerders wat in hun organisatie de bedoeling is. En hoewel ze vaak de goede dingen doen, weten ze regelmatig niet waarom ze dingen doen zoals ze die doen. Ze weten bijvoorbeeld dat het goed is om een boodschappen- of klussendienst op te zetten, maar niet dat dat is om mensen langer zelfstandig te laten wonen. Met andere woorden: wat de beleidsmakers bedoeld hebben, is niet goed ‘doorgefluisterd’ aan de uitvoerders.
Thermometer sociaal domein
Met onze Thermometer sociaal domein volgen we het ‘doorfluisteren’ in een gemeente. Van bestuur tot uitvoering brengen we in beeld wat men weet van effecten, beleid, opdrachten en dienstverlening op vlakken als eigen kracht, integraliteit en financiën. Zo schetsen we een beeld van wat er goed gaat en welke stappen nodig zijn om het beleid toekomstbestendig te maken en om de gewenste effecten te bereiken. We hebben dit idee in samenwerking met de gemeente Noordoostpolderuitgewerkt.
Reactie plaatsen
Reacties